Talenknobbel?
Natuurlijk hebben we allemaal meer vaardigheid in een of meer soorten zaken dan in andere. Dat is ook zo waar het om het leren van een vreemde taal gaat. Voor de ene gaat dat makkelijker (en dus sneller) dan voor een ander.
Toch heeft taal leren nogal wat vergelijkbaars met sport beoefenen: hoe meer plezier je eraan beleeft, hoe beter het je afgaat. Dat is ook voor talen spreken zo :
Het gaat er niet om dat je ze “perfect” spreekt maar dat je er vlot kan in communiceren, dat je begrijpt wat er je gezegd wordt, daar verstaanbaar kan op antwoorden en daar deugd aan beleeft.
Vast staat dat iedereen talen kan leren. Onze moedertaal, daar zijn we allemaal mee begonnen. Dat hing niet van ons Inteligentie Quotient af. We hebben gewoon een prettige manier gevonden om ze te leren.
Als je geleerd hebt hoe je, naargelang van de omstandigheden, best en aangenaam leert, leer je snel.
Gemakkelijke en moeilijkere talen?
Alle talen zijn complex,verfijnd en genuanceerd. Talen spiegelen en vormen de levensvisie, mentaliteit, denkwijze, … van het volk dat ze spreekt.
Beweren dat een of andere taal superieur zou zijn aan een andere is niets minder dan racisme. Het impliceert immers dat het volk dat die taal spreekt superieur zou zijn aan andere volkeren.
Het is wel zo dat talen, culturen, sommige aspecten meer of minder belangrijk vinden en dus meer of minder ontwikkelen.
In vergelijking met onze moedertaal zijn andere talen wel gemakkelijker of moeilijker te leren. Voor een Japanner is Chinees eerder vertrouwd, Europese talen lijken hem dan weer stukken gecompliceerder.
Met talen die aan onze moedertaal verwant zijn hebben we het gemakkelijker. Duits en Scandinavische talen voor Nederlandstaligen en omgekeerd bijv. Het gaat ook beter als we een andere taal van die groep al kennen. Spaans leren als je al Frans kent en zo.
Weten dat, dat zo is, bespaart leerlingen schuldgevoelens. Het ligt niet aan hen.
Speelt leeftijd een rol?
Je hoort tegenwoordig nogal vaak beweren dat kinderen gemakkelijker talen leren. Zo gesteld is dat niet helemaal waar.
Voor de puberteit gebruiken kinderen hetzelfde hersengebied voor het leren van om het even welke taal. Tijdens onze adolescentie (hersenen zijn maar rond 25 jaar volgroeid) ontwikkelen we voor elk soort taal een apart gebied. En, dat differentiëren we eventueel verder.
Daardoor gaat talen leren voor kinderen sneller : ze vertalen niet. Volwassenen, die niet meertalig opgegroeid zijn, neigen ertoe de aan te leren taal te vertalen, naar hun moedertaal of naar een andere meer verwante taal die ze al kennen.
Toch gaan ook onze oudere stagiaires er snel op vooruit. Kinderen leren doorgaans speelser maar dat haal je als volwassene in door zin voor efficiëntie. Voor kinderen speelt tijd geen rol, pret is belangrijk. Gemakkelijk lerende volwassenen koppelen het nuttige aan het aangename.
|